Aflevering 1!

Opdracht 1: De Liegopdracht

De eerste kennismaking van de kandidaten is op het Landgoed Keukenhof in Lisse. Het landgoed is gebouwd op de oude strandwallen en de daartussen gelegen veenweide gebieden. Het totale landgoed omvat ca 220 ha grondgebied. Oorspronkelijk gesticht als groot woonhuis in 1641 door de heer Adriaen Martensz. Block, die zijn kapitaal vergaard had als Commandeur der Verenigde Oost-Indische Compagnie.

In 1861/62 werd het huis door de familie Van Pallandt verbouwd tot zijn huidige verschijningsvorm, naar een ontwerp van de architect Saraber. In 1857, is de Engelse landschapsstijl ingevoerd naar ontwerp van de heren J.D. en L.F. Zocher.

De tien kandidaten krijgen allemaal twee vragen voorgelegd van een speciaal panel dat bestaat uit helden van 'Wie is de  mol' uit voorgaande jaren. Het zijn finalist Robin van de eerste serie, winnares Sigrid en mol Nico van de tweede serie, finaliste Jantien en mol George van de derde serie en winnaar Ron van de vierde serie. Iedere kandidaat stelt zelf zijn jury van drie molhelden samen en mag zelf weten welke vraag met een leugen wordt beantwoord. Dit moet op zó een overtuigende wijze worden gedaan, dat de drie molhelden erin trappen. Lukt dit, dan verdient die persoon € 500,- voor de pot. De kandidaat die daarna aan de beurt is, kan dat geld potten (het geld veiligstellen) en zelf ook voor € 500,- gaan spelen, maar hij kan ook niet potten en zelf voor €1000,- gaan spelen. Als dat ook lukt dan zit er €1500,- in kas (€ 500,- plus € 1000,-). Als de kandidaat daarna ook niet pot dan speelt hij voor €1500,- en kan de kas tot € 3000,- laten groeien.

 

Helaas zijn er maar vier die erin slagen om de jury om de tuin te leiden (Victoria, Roeland, Gijs en Lottie). Maar omdat Yvonne en Marc-Marie verzuimden te potten en zelf de mist ingingen, Sander wel potte en Lottie als laatste aan de beurt was waardoor haar €500,- rechtstreeks in pot ging, komt er maar 1000,- in de groepspot.

 

Opdracht 2: de Filmpjes

Na een tussenstop in Adelaide, vliegen de kandidaten door naar Kangaroo Island, zestien kilometer voor de kust van de hoofdstad van Zuid-Australië. Kangaroo Island is het op twee na grootste eiland van Australië na Tasmanië en Melville Island.

Omdat dit eiland zich 9000 jaar geleden losmaakte van de rest van het continent, is er op Kangaroo Island een grote variëteit aan flora en fauna te vinden. Het stikt er uiteraard van de kangoeroes, maar dit eiland is ook bekend om de zeehonden op Seal Bay (in het zuiden) en de pinguďns (in het noorden). In het havenstadje Penneshaw, steken de pinguďns elke dag de weg over.

 

Je kunt 's avonds met een zaklamp naar deze dieren op zoek, maar let erop dat de zaklamp rood licht geeft. Men zegt dat pinguďns moeten braken als je met wit licht in hun ogen schijnt. Tenminste, dat is wat de plaatselijke horeca je willen laten geloven. Er zijn twee gangbare manieren om op het eiland te komen. De goedkoopste is met de veerboot, die in ongeveer een uur van Cape Jervis op het schiereiland Fleurieu (ten zuiden van Adelaide) naar Penneshaw vaart. Let wel: er zijn weersomstandigheden waardoor de overtocht meer dan twee uur kan duren en dat is niet leuk voor mensen met een zwakke maag. De tweede manier is met het vliegtuig, dat van het domestic vliegveld van Adelaide in een dik half uur naar het vliegveld van Kings Cote midden op het eiland vliegt. Het type vliegtuig is hetzelfde als waar de kandidaten mee vliegen als ze aankomen op Kangaroo Island.

Afvallers/terugkomers:

Geen!
 

Foto's :

Terug